Gezocht: gemeenten die werk willen maken van duurzame warmte
De provincie Vlaams-Brabant, ODE-Vlaanderen, de Bond Beter Leefmilieu en VVSG, willen de warmtevoorziening verduurzamen. Ze roepen Vlaams-Brabantse gemeenten op om zich kandidaat te stellen voor een warmtewende. Drie geselecteerde gemeenten krijgen een gratis begeleiding bij de opmaak en uitvoering van hun warmtebeleid.
Uit de Vlaams-Brabantse klimaatstudie blijkt dat aardgas en stookolie momenteel de koplopers zijn in het verbruik voor verwarming van gezinnen.
‘We willen tegen 2040 een klimaatneutraal Vlaams-Brabant’, zegt Tie Roefs, gedeputeerde voor milieu en duurzaamheid. ‘Daarbij streven we, naast een 100% hernieuwbare elektriciteitsvoorziening, ook naar een warmtevoorziening die fossielvrij moet zijn. De verduurzaming van de warmtevoorziening is een grote uitdaging en een prioriteit in ons klimaatbeleid. In deze ‘warmtewende’ hebben de gemeenten een belangrijke rol: ze kunnen snel de transitie naar groene warmte in gang zetten. Daarom bieden we hen gratis begeleiding in hun warmtebeleid’.
De provincie Vlaams-Brabant geeft voor de uitwerking van het klimaatproject ‘Warmtewende voor gemeenten’ 74.736 euro aan de Organisatie Duurzame Energie (ODE-Vlaanderen), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen (BBL).
Gemeenten kunnen zich tot 15 september kandidaat stellen voor dit project.
Ze worden dan begeleid bij de opmaak van een warmtezoneringsplan dat de huidige en toekomstige warmtevraag en warmteproducenten in kaart brengt. Op basis daarvan stellen gemeenten een warmtebeleidsplan op maat op. Daarin gaat men gebiedsgericht te werk, rekening houdend met de gegevens uit het warmtezoneringsplan en de ruimtelijke structuur. Zo komt men tot optimale keuzes van duurzame warmtetechnieken per onderscheiden zone.
De partners zullen 3 gemeenten selecteren voor de uitvoering van het project. Niet-geselecteerde gemeenten worden uitgenodigd voor een lerend netwerk. Zo vindt de eerste inspiratiedag over groene warmte plaats op 8 november in Leuven.
De methodieken die de partners ontwikkelen zullen later over heel Vlaanderen toegepast worden.